Door de bomen het bos niet meer zien en de vis(ser) wordt duur betaald...!
Een paar dagen geleden kreeg ik een telefoontje van mijn oude vriend Gradus Pompeblêd uit Gaasterland. Dat was een tijd geleden! Gradus heeft in het grijze verleden bij mijn afwezigheid ooit eens stukjes geschreven voor ons dorpsblaadje. Maar aangezien deze bijdragen altijd in het Frysk waren en dit door onze lezers niet zo op prijs werd gesteld, was destijds de schrijverij van vriend Pompeblêd geen lang leven beschoren. Het verbaasde mij dat hij, ondanks zijn korte carrière bij Hichtepunten, toch nog weer contact met mij zocht. Waar heb ik dit aan te danken? was mijn reactie toen ik Gradus aan de telefoon kreeg. Piebe jonge, ik ha wat swierrichheden, ik kom der sels net út en ik ha immen nedich mei in wat widere blik as de trochstrings Gaasterlanners dêr't ik op't heden mei te krijen ha… Altijd weer dat officiële Frysk! Ik begreep hem amper maar ik had wel in de gaten dat Gradus in de problemen zat. Bij navraag bleek dat hij ruzie had met zijn buurman. Deze had een stukje grond gekocht en had daar bomen op geplant. Tsja, bomen gedijen nou eenmaal goed op de Gaasterlandse zandgrond en omdat deze jonge aanplant groeide als kool benam het sinds kort Gradus zijn 'uitgestrekte uitzicht' over het Gaasterlandse cultuurlandschap. Daarom had Gradus dit aanhangig gemaakt bij de gemeentelijke commissie Ruimtelijke Ordening teneinde zijn buurman te dwingen de aanplant weer te verwijderen. De discussie met de betrokken ambtenaar spitste zich nu toe op definitie van bos. Volgens Gradus, die het had opgezocht in it Frysk Wurdboek, was de definitie van bos boskgrûn is grûn dêr't beamkegrien op stiet. Maar volgens de ambtenaar in functie was de omschrijving zoals die gegeven is door Staatsbosbeheer het is pas bos als het een hectare groot is en als de de beplanting meer dan 30 centimeter hoog is, de enige juiste. En no is it in hiel grut harsenskrabjen wurden, aldus Gradus Sis no mar wat de goeie omskriuwing is. Ik tink ik skilje Piebe, want ien fan'e klaai hat in wat oare miening oer bosk as de Súdwesthoeksters… Ik kon mijn lachen amper inhouden, dit was een ordinair taalconflict! Hoe is het mogelijk, Gaasterlanders die zich over druk maken over de definitie van bos! En moest ik als kleikluit de verlossende woorden spreken? Wat weten wij nou van bos! Bij het horen van het woord alleen al schieten we in de stress! Bos is iets wat we hier niet kennen, antwoordde ik Gradus lakoniek. Na enig heen en weer gepraat kreeg vriend Gradus wel in de gaten dat hij met mij ook niet verder kwam en al gauw ging het gesprek over hele andere zaken. Gradus was werkzaam in het onderwijs (arme kinderen…) en hij vertelde dat hij sinds kort aan een andere school les gaf. Het voldeed hem goed, maar hij moest erg wennen aan de andere schoolcultuur. Als voorbeeld noemde hij het vieren van de verjaardag van een meester of juf. Op zijn vorige school namen de kinderen altijd voor zijn verjaardag een kleinigheidje mee. Sokken, een droge worst, autoshampoo, doucheschuim, een stuk chocola en meer van deze aardigheidjes. Dat fûn ik o sa moai, dan hiene de bern der echt wurk fan makke, volgens Gradus. Dan hiene se it kreas ynpakt, in strikje derom dien as in fopkadootsje derfan makke mei in moaie tekening. Dêr koe ik o sa'n nocht oan ha. It heucht my noch hoe't ien fan de bern in moai tegeltsje meinaam hie, lyts mar o sa fijn. Doe sei ik tsjin it jonkje: hast dat sels útsocht yn'e winkel? Mar doe sei it baaske: nee, dat hie ús mem noch yn'e kast lizzen… Moai net?! Gradus werd helemaal lyrisch toen hij over zijn vroegere verjaardagen vertelde. Ik begreep zijn probleem niet helemaal en vroeg hem hoe het dan nu op zijn nieuwe school ging. Praat my der net fan Piebe, sa ûnpersoanlik! Moatte se allegearre in euro meinimme en dan siket ien fan de kollega's in kado út dêr't ik hielendal net op sit te wachtsjen! In fiskkoffer as soksawat, dan ha de bern hielendal gjin eigen ynbring mear… Dat is nou echt weer dat onderwijzersvolk! Zich druk maken om dergelijke futiliteiten. Hij begon me langzamerhand o zo te vervelen. Eerst dat gemekker over bos of geen bos en dan oeverloos zwijmelen over kleine cadeautjes en vishengels. Het is niet te hopen dat al het onderwijsvolk zo zweverig praat, want dan moet er toch echt eens een gesprek worden aangevraagd met de inspectie. Zal wel onder invloed van de vrouwen zijn. Want als we de laatste publicaties moeten geloven werken er alleen nog maar vrouwen in het basisonderwijs. No, ik ha wol yn'e gaten Piebe, wy komme net fierder, moai dat wy wer efkes praat ha. Sil ik nochris in stikje foar jimme doarpsblêd skriuwe? Ik kin no ek eamelje dat it is no sa by jimme… Ik kreeg al gauw in de gaten dat hij met eamelje e-mailen bedoelde, maar ik heb maar gezegd dat ons dorpsblad dik genoeg is en dat Gradus zijn aanbod goed bedoeld, maar echt niet nodig was… Onwillekeurig bleef Gradus zijn telefoontje mij in het hoofd omspoken. Vooral toen een aardige dorpsgenoot bij mij aan de deur kwam om de envelop voor dominees op te halen. Onze voorganger wordt officieel bevestigd en daarbij krijgt hij een cadeau aangeboden, waarvoor we allemaal geld moesten meenemen. Ik bedoel: moesten geven…
Waarom nemen we a.s. zondag niet allemaal een kleinigheidje mee? Een stukje zeep, sokken, droge worst, een fles wijn, pennen, een koffiemok of een doosje chocola. Mooi ingepakt in cadeaupapier met een mooie kaart. Dat is toch veel persoonlijker?! Dan kan dominee mooi alle cadeautjes uitstallen in de kerk. Op de avondmaals tafel. Een hele rij badschuim naast de statenbijbel, een paar sokken tussen de avondmaalsbekers en een paar mooie tekeningen aan de preekstoel. En als na afloop van de preek dominee vraagt aan de ouderling van dienst: Je hebt maar een mooi cadeau voor me gekocht broeder … (vult u zelf maar in), heb je dat zelf uitgezocht bij Blokker? Dan zegt deze ietwat geschrokken en verlegen: Nee, dominee, dat heb ik onlangs gewonnen met de loterij op de Oranjeavond … Prachtig toch! Het gaat toch om het gebaar? Het hoeft toch niet altijd in grote bedragen uitgedrukt te worden?! Krijgt onze predikant nu van de gemeente een viskoffer met werphengel? Ik zie hem al zitten bij de brug, tussen de Hantumer jeugd. En dan de voorzitter van de kerkenraad maar een foto maken als onze predikant een grote snoek heeft gevangen. Het schijnt dat de voorzitter vlak bij de populaire visstek woont en graag grote vangsten mag vereeuwigen. Deze foto komt dan later weer in de consistorie te hangen. Met opschrift: Hij was niet alleen een visser van mensen…
|